Deze week een waargebeurd verhaal met daarin een supertip over hoe je in godsnaam aan je inspiratie komt voor je verhalen op het podium.
Vorige week was ik bij mijn fysio. Hij heeft van mij de opdracht gekregen mijn onderrug net zo beweeglijk en pijnvrij te krijgen als op mijn 18e. Hij is van mening dat ik daar eerst pijn voor moet lijden. Zo zijn ze. Fysiotherapeuten. Dus ik op de tafel. Gezicht naar beneden in een handdoek. Nou had hij al eerder geprobeerd die plek onder handen te nemen, maar gelukkig zat mijn tijd er toen op en kon ik opspringen, of nou ja, steunend en kreunend opkrabbelen van de tafel om te ontsnappen aan zijn nietsontziende handen. Deze keer niet.
Hij duwde aan de zijkant van mijn ruggenwervel. In de buurt van de L3. Je weet wel. Nou heb ik hem de eerste keer dat ik kwam gezegd dat ik uit betrouwbare bron heb vernomen dat hij zijn patiënten veel pijn doet en dat als hij dat bij mij zou flikken, ik nooit meer terug zou komen. De eerste keer heeft hij daar netjes rekening mee gehouden. Deze keer hielp ik hem daar weer aan herinneren. Jammer, te laat. PIJN! Hij zat nog maar op 25%, zei hij. En met dat hij op die plek duwde, leek het alsof hij mijn traanbuizen openduwde. Hij heeft de huilknop gevonden, hoor. Een kort moment probeerde ik het nog tegen te houden, maar ik herinnerde mij mijn ferme voornemen om me dit jaar onbekommerd te uiten. Dus: flush, een paar centiliter traanvocht was binnen no-time in de handdoek gezogen. En ik had geen idee waar ik nou zo om moest huilen. Ja, natuurlijk omdat het verrekte pijn deed in mijn rug. Maar daar hoef je geen handdoek om uit te wringen. Hier was meer aan de hand.
Thuis dus op onderzoek uit. Eerst manlief gewaarschuwd dat ik nog wel eens rare geluiden zou kunnen gaan produceren, maar dat het allemaal veilig was. Onder een dekentje op mijn kamer, ogen dicht. Toen gingen de sluizen pas echt goed open. Zonder publiek is het prettiger huilen, naar mijn mening. Het duurde even totdat ik me realiseerde waar deze nattigheid zijn oorsprong vond. Een gebeurtenis van vier jaar geleden.
Oh ja, mocht je denken dat dit een Zeer Somber verhaal wordt: wees gerust, het eindigt goed!
Vier jaar geleden vonden wij onze 10 maanden oude kitten halfdood in de tuin van de buren. Een oplettende buurman waarschuwde ons, we sjeesten in zijn oude bmw naar de dierenarts. Maar we waren te laat.
En dat was voor mij intens verdrietig. Maar: het is fantastisch materiaal voor een verhaal of een voorstelling! Want als je inspiratie zoekt voor je presentaties of workshops: alles wat emotioneel maakt is materiaal. Of je ergens nou boos, bang, verdrietig, teleurgesteld, geïrriteerd, geïntimideerd of stuiterblij van wordt: het is allemaal input voor een verhaal.
Dus ik heb heel lang geleden een lied over mijn poes (nee, niet die, het was gewoon een vrouwtjeskat) gemaakt. Of nou ja, ik wist dat ik ‘m half af had gemaakt. Na deze huilbui en met het maken van een avondvullende voorstelling in het verschiet, wist ik: dit is hét moment om het af te maken.
Ik kijk in de computer.
Vind het lied.
Lees het.
Is het gewoon af!
Ligt er al een jaar een lied in mijn computer wat af is!
Niks: half af. Gewoon helemaal AF!
Het enige wat ik nog hoef te doen is muziek erbij maken en klaar is kees!
En zo ben ik ervan overtuigd dat niet alleen ik, maar ook jij weet-ik-hoeveel verhalen nog ergens hebt rondslingeren die bijna helemaal af zijn. Bijna klaar om het podium mee te betreden. Dus zoek eens in je digitale of in je hersenpanarchief om die verhalen op te snorren. En breng ze naar buiten!