Mijn hart maakt altijd een sprongetje als ik lees over onderzoek naar humor.
Ik voel, zie en weet dat het werkt, zo fijn als de mechanismes erachter door onderzoek onderbouwd worden.

Nou blijkt er een verschil in brein te zijn tussen mensen die een grap snappen, maar niet leuk vinden en mensen die ‘m snappen én leuk vinden. Dat gebeurt namelijk in andere hersengebiedjes.
Bij snappers-maar-niet-leuk-vinders lichtte wel het snap-gebied op, maar niet het erom-lachen-gebiedje op.

Waarbij het duidelijk was dat je – duh! – je eerst de grap moet snappen om er om te kunnen lachen.
Nou, dat weten we van feestjes waarbij de hele goegemeente plat ligt en er eentje glazig en licht paniekerig kijkt:
‘Ik snap ‘m niet!’

Je zou kunnen zeggen dat mensen die niet kunnen lachen om bepaalde grappen een slecht-functionerend erom-lachen-gebiedje hebben.
Dat zou slecht nieuws zijn: ik lach steeds minder om grappen van anderen.

Ik denk dat snappers-maar-niet-lachers een ander gevoel voor humor hebben dan de onderzoekers.
Een béter gevoel voor humor. Net als ik.

In mijn nieuwste video heb ik het over dé voorwaarde die nodig is om humor te maken.
Zonder wordt het niks.

Komtie:

En, wat helpt jou om je creatieve proces ontspannen te maken? Let me know!

Humor: zonder dit wordt het niks
Getagd op:                 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *